Ga naar inhoud
- weten altijd welk weer het zal zijn,
- grijpen elke kans aan om met je over bijen te praten,
- weten altijd welke bomen en bloemen op dat moment in bloei staan,
- kijken naar elk bloemetje dat ze passeren of er geen bijtje op zit,
- zitten elke dag figuurlijk met het hoofd in de bijenkast en in het seizoen elke week letterlijk,
- kijken in de supermarkt wat meewarig naar de aangeboden honing,
- staan een beetje te gniffelen als de buren zeggen dat er dit jaar wel heel veel fruit aan hun bomen hangt
- zijn wat koppig en weten het eigenlijk altijd het best.
